Alle nieuwe woordjes of tekst worden eerst altijd gezien als nieuw en onbekend. Na de eerste overhoring gaat Wozzol ervan uit dat je deze één dag kan onthouden. De volgende dag krijg je het geleerde feitje dus weer om opnieuw te overhoren. Heb je hem dan goed? Dan ken je volgens Wozzol het woordje of stuk tekst 4 dagen en krijg je hem daarna weer terug. Daarna ken je hem voor 7 dagen. Dan voor 14, 26, 50 en 95 dagen. Het aantal dagen blijft snel oplopen aangezien het stuk tekst of woordje dan in je langetermijngeheugen zit. Heb je het niet goed? Dan moet je hem opnieuw leren en ken je hem weer voor één dag. Je krijgt hem de volgende dag weer terug.
Wozzol past zich aan jou aan. Als je de antwoorden heel soepel en snel geeft schat Wozzol in dat je de woordjes of tekst goed kent en dat ze eigenlijk iets te vroeg worden overhoord. Volgende keer zal je de tekst of woordjes iets later weer terug krijgen. Als je veel moeite hebt met antwoorden denkt Wozzol dat je de geleerde feitjes nog niet zo goed kent en probeert Wozzol de volgende keer weer iets eerder de tekst of woordjes te overhoren.
Wozzol schat ook in hoe moeilijk een woordje of tekst is. Heb je het altijd snel goed dan is ie makkelijk. Heb je hem vaak fout of kan je hem pas net herinneren? Dan is het woordje of tekst moeilijk waardoor hij ook eerder overhoord moet worden.
Wozzol past zich zo aan dat je per leersessie een kleine tien procent van de woordjes of tekst fout zou moeten hebben. In de praktijk zal dit bij nieuwe woordjes of tekst iets hoger liggen, bij feiten die je al goed kent iets lager.
Leer elke dag even. Als je onregelmatig leert is het voor jou moeilijker om de woordjes of tekst altijd goed te hebben. De overhoring komt dan net iets te laat. Ook is het voor Wozzol moeilijker om exact de juiste tekst of woordjes op het juiste moment te overhoren. Wozzol kan zich moelijker aan jou aanpassen. Dus probeer jezelf aan Wozzol aan te passen door regelmatig even kort te leren.