Italiaans : Nederlands male = slecht benissimo = uitstekend insomma = och, niet zo best abbastanza bene = redelijk goed stare = verblijven, zijn sto bene = het gaat goed met me Io sto bene, e tu? = Met mij gaat het goed, en met jou? lui sta bene = het gaat goed met hem lei sta bene = het gaat goed met haar come sta? = hoe gaat het met u? come stai? = hoe gaat het met je? come stanno papĂ  e mamma? = hoe gaat het met papa en mama? stanno bene = het gaat goed met ze sto male = het gaat niet goed met me