Italiaans : Nederlands
la regia = de regie
assistere = helpen, bijstaan
tredicenne = dertienjarig
l'entusiasmo = het enthousiasme
il liceo classico = het gymnasium
tappezzare = volhangen
il volantino = de flyer
la mail = de e-mail
il fatto di cronaca = het krantenbericht
la trama = de plot
la barzelletta = de mop
la favola = het sprookje
Tanti auguri a te = Hartelijk gefeliciteerd
l'augurio = de (geluk)wens
buio / a = donker
sognare a occhi aperti = dagdromen
sognare = dromen
scendere = uitstappen
sono sceso / a = ik ben uitgestapt
il nipotino = het neefje
la nipotina = het nichtje
compiere 50 anni = 50 jaar worden
in ritardo = te laat
a dire il vero = eerlijkgezegd
soltanto = slechts, alleen
forte = hard
prima del previsto = eerder dan voorzien
la finestra = het raam
la porta = de deur
improvvisamente = plotseling, onverwacht
accendersi = aangaan
cantare = zingen
Che dire? = Wat zal ik zeggen?
lo stesso = toch
emozionante = spannend, aangrijpend
Che ne dici? = Wat vind je ervan?
la situazione = de situatie
lo stato d'animo = de gemoedstoestand
l'intenzione = de bedoeling, het voornemen