Italiaans : Nederlands la giovinezza = de jeugd l'ottantenne = de tachtigjarige americano / a = Amerikaans il film è ambientato = de film speelt zich af la recensione = de recensie positivo / a = positief è un film di cui ho sentito parlare = het is een film waar ik over gehoord heb la bellezza = de schoonheid trasmettere = uitzenden trasmesso = uitgezonden deludere = teleurstellen sono deluso = ik ben teleurgesteld meritare = verdienen, waard zijn scherzare = grappen maken la colonna sonora = de soundtrack nel complesso = in zijn geheel, al met al il giudizio = het oordeel l'argomento = het onderwerp, het thema il / la protagonista = de hoofdrolspeler / -ster banale = banaal, gewoon commovente = ontroerend, aangrijpend avvincente = boeiend, spannend un film poliziesco = een misdaadfilm sentimentale = romantisch la fantascienza = de sciencefiction un film comico = een komische film l'avventura = het avontuur complesso / a = ingewikkeld assurdo / a = absurd, idioot piangere = huilen ha pianto = hij heeft gehuild la poltrona = de stoel il premio = de prijs