basta	il tavolo	il gelato
il listino prezzi	il prezzo	la bottiglia
medio / a	il vino	rosso / a
la pizza al trancio	la fetta	mezzo / a
secco / a	il burro	l'oliva
abbastanza	a casa	la casa
il nonno	poi	beato lui
male	il ghiaccio	per favore
portare	subito	insomma

het ijs	de tafel	dat is het, dat is genoeg
de fles	de prijs	de prijslijst
rood	de wijn	middelgroot
half	de punt, de plak, het stuk	de in stukken verkochte pizza
de olijf	de boter	droog
het huis	thuis	tamelijk, voldoende
de bofkont	dan, zelfs	de opa
alsjeblieft, alstublieft	het ijs, het ijsklontje	slecht
och, niet zo best	meteen	brengen

il ripasso	primo / a	il contatto
il professore	la professoressa	la scuola media
dare	la multa	l'alloggio
la pensione	il villaggio	turistico / a
il campeggio	l'agriturismo	offrire
lo yogurt	giocare

het contact	eerste	de herhaling
de middelbare school	de docente	de docent
het onderkomen	de boete	geven
toeristisch	het dorp	het pension
aanbieden	de vakantieboerderij	de camping
	spelen	de yoghurt