une journée la gymnastique la gym
un repas un petit déjeuner un dîner
un souper un voisin une voisine
après le repas après la leçon lire
dormir partir sortir
je sors de l'école se laver se lever
s'habiller
het turnen (afkorting) het turnen (voluit) een dag (periode, duur)
een middagmaal een ontbijt een maaltijd
een buurvrouw een buurman een avondmaal
lezen na de les na de maaltijd
(naar) buitengaan, weggaan vertrekken slapen
opstaan zich wassen ik ga uit de school
zich aankleden