Ich habe mich nicht einmal gelangweilt.	Alles hat gut geklappt?	Er geht immer spät ins Bett.
Die Sauna steht Ihnen zur Verfügung.	Freiburg ist einen Besuch wert.	Stimmt!
Worauf hast du Lust?	Tolle Idee.	Nach Herzenslust.
Guck mal!	Zum Glück.	Ich freue mich schon!
Einverstanden!	Worauf hast du Bock?	Darauf haute ich heute keinen Bock.
Keine Ahnung!

Hij gaat altijd laat naar bed.	Alles is goed verlopen.	Ik heb me niet eens verveeld.
Dat klopt.	Freiburg is een bezoek waard.	De sauna staat u ter beschikking.
Naar hartenlust.	Tof idee.	Waarin heb je zin?
Ik zie er al naar uit.	Gelukkig.	Kijk eens.
Daar heb ik vandaag geen zin in;	Waar heb je zin in?	Akkoord.
		Geen idee.