ausgehen brauchen faulenzen
telefonieren etwas unternehmen mit Freunden chatten
Fernsehen gucken einen Film sehen in die Disko gehen
ins Kino gehen Lust haben (auf) Computerspiele machen
Musik hören (k)ein Instrument spielen Gitarre spielen
Schlagzeug spielen Ich treffe mich mit Freunden. Das interessiert mich (nicht).
Ich kann mich entspannen. Das macht Spaß. also
blöd gerade meistens
nur regelmäßig schon
luieren nodig hebben uitgaan
met vrienden chatten iets ondernemen telefoneren
naar de disco gaan een film kijken tv kijken
computerspelletjes doen zin hebben (in) naar de bioscoop gaan
gitaar spelen (g)een instrument bespelen naar muziek luisteren
Dat interesseert me (niet). Ik spreek af met vrienden. drummen
dus Dat is leuk Ik kan relaxen.
meestal juist / net stom
al regelmatig alleen maar / slechts
in meiner Freizeit einmal pro Woche zweimal pro Monat
eine Stunde am Wochenende am Montag
am Dienstag am Mittwoch am Donnerstag
am Freitag am Samstag am Sonntag
twee keer per maand een keer per week in mijn vrije tijd
op maandag in het weekend een uur
op donderdag op woensdag op dinsdag
op zondag op zaterdag op vrijdag