Duits : Nederlands
sich anschauen = bekijken
auftreten = optreden
begleiten = begeleiden
darstellen = voorstellen / uitbeelden
einverstanden sein mit = het eens zijn met
proben = repeteren
sich einen Film anschauen = een film bekijken
attraktiv = aantrekkelijk
auffällig = opvallend
außerdem = bovendien
beliebt = populair
bestimmt = beslist / zeker
irgendwie = op de een of andere manier
jedenfalls = in elk geval
obwohl = hoewel
sogar = zelfs
tatsächlich = inderdaad
zunächst = (aller)eerst
zusätzlich = extra
beliebter als = populairder dan
nicht so beliebt wie = niet zo populair als
keine Ahnung = geen idee
die bekannteste Band = de bekendste band
ihr größtes Idol = haar grootste idool
bei der Premiere = bij de première
die Art = de soort
die Arten = de soorten
der Auftritt = het optreden
die Auftritte = de optredens
der Eindruck = de indruk
der Filmstar = de filmster
der Klang = de klank
der Lieblingsfilm = de favoriete film
die Lieblingsfilme = de favoriete films
der Manager = de manager
der Musiker = de musicus
die Musiker = de musici
die Probe = de repetitie
die Proben = de repetities
die Rolle = de rol
die Rollen = de rollen
der Schauspieler = de acteur / de toneelspeler
die Schauspieler = de acteurs / de toneelspelers
die Schauspielerin = de actrice / de toneelspeelster
die Schauspielerinnen = de actrices / de toneelspeelsters
die Szene = de scène
die Szenen = de scènes