Duits : Nederlands das Kino = de bioscoop ins Kino = naar de bioscoop die Eintrittskarte = het entreekaartje die Disko = de disco in die Disko = naar de disco tanzen = dansen das Popkonzert = het popconcert auf ein Popkonzert = naar een popconcert ausverkauft = uitverkocht die Vorstellung = de voorstelling das Theater = het theater ins Theater = naar het theater nach Hause gehen = naar huis gaan sich umziehen = zich omkleden etwas anziehen = iets aantrekken ausgehen = uitgaan abholen = afhalen Spaß haben = plezier hebben