angreifen	anhalten	ausrutschen
eislaufen	gefährden	kämpfen
klettern	schieben	Ski fahren
snowboarden / Snowboard fahren	ziehen	hauptsächlich
hinten	normalerweise	oben
offenbar	schrecklich	sicher
unten	vorn(e)	ziemlich jung
auf eigene Faust	außerhalb der Skipisten	den Berg runterfahren
im Tal	in den Bergen	an einem Skikurs teilnehmen
in den Winterurlaub fahren	mit meinem Bruder	mit meiner Schwester
Er macht Langlauf.	die Abfahrt	der Angriff

uitglijden	stoppen	aanvallen
vechten	in gevaar brengen	schaatsen
skiën	duwen	klimmen
hoofdzakelijk	trekken	snowboarden
bovenaan	normaal gesproken	achteraan
veilig	verschrikkelijk	blijkbaar
tamelijk jong / vrij jong	vooraan	beneden
de berg af skiën	buiten de skipistes	op eigen houtje
een skicursus volgen	in de bergen	in het dal
met mijn zus	met mijn broer	op wintersport gaan
de aanval	de afdaling	Hij doet aan langlaufen.

der Berg	die Berge	das Ergebnis
die Ergebnisse	die Gefahr	die Gefahren
der Gegner	die Gegner	der Grund
die Gründe	der Hang	die Kondition
die Lawine	das Mitglied	die Mitglieder
die Natur	der Schlittschuh	die Schlittschuhe
die Seilbahn	der Sessellift	die Sicherheit
der Ski	die Skier	der Skifahrer
die Skifahrer	der Skipass	die Skipiste

het resultaat / de uitslag	de bergen	de berg
de gevaren	het gevaar	de resultaten / de uitslagen
de reden	de tegenstanders	de tegenstander
de conditie	de helling	de redenen
de leden (van een club)	het lid (van een club)	de lawine
de schaatsen	de schaats	de natuur
de veiligheid	de stoeltjeslift	de kabelbaan
de skiër	de ski's	de ski
de skipiste	de skipas	de skiërs