anerkennen

schätzen / anerkennen

anlegen betragen
sich bewähren entlassen erhöhen
reduzieren schätzen

schätzen / anerkennen

sparen
sich spezialisieren auf (+4) verfügen über finanziell
grundsätzlich (preis)günstig neugierig
selber / selbst selbständig tätig
umsonst verantwortlich auf die / zur Bank bringen
in der Praxis vor dreißig Jahren Angebot und Nachfrage
einen Beruf ausüben neue Mitarbeiter einstellen die Preise reduzieren
bedragen beleggen waarderen

waarderen

verhogen ontslaan voldoen / goed blijken te zijn
bezuinigen / sparen waarderen

waarderen

verlagen
financieel beschikken over zich specialiseren in
nieuwsgierig voordelig principieel
actief / bezig zelfstandig zelf
naar de bank brengen verantwoordelijk tevergeefs / gratis
vraag en aanbod dertig jaar geleden in de praktijk
de prijzen verlagen nieuwe medewerkers aanstellen een beroep uitoefenen
um drei Prozent steigen die Anerkennung die Bank
die Banken die Bedingung die Bedingungen
der Betrag die Konkurrenz die Einnahmen
der Euro die Fabrik / das Werk der Franken
die Franken die Gebühren die Gewerkschaft
die Herausforderung die Herausforderungen die Maschine
die Praxis der Preis die Preise
die Rechnung die Rechnungen die Stelle
der Umsatz die Währung der Wert
de bank (geld) de waardering met drie procent stijgen
de voorwaarden de voorwaarde de banken (geld)
de inkomsten de concurrentie het bedrag
de Zwitserse frank de fabriek de euro
de vakbond de kosten / de tarieven de Zwitserse franken
de machine de uitdagingen de uitdaging
de prijzen de prijs de praktijk
de baan / de plek de rekeningen de rekening
de waarde de munteenheid de omzet
die Zinsen die Zusammenarbeit
de samenwerking de rente