Duits : Nederlands der Betriebsrat = de ondernemingsraad die Tagesordnung = de agenda der Top / der Tagesordnungspunkt = het agendapunt das Ersatzmitglied = het vervangende lid der heutige Tag = de huidige dag die Sitzung = de vergadering / het overleg alle Geladenen = alle genodigden das Protokoll = de notulen einstimmig = unaniem genehmigen = goedkeuren der Beschluss = het besluit die Geschäftsleitung = de bedrijfsleiding / de leiding van een vennootschap in Kenntnis setzen von = op de hoogte brengen van die Enthaltung = de onthouding die Begründung = hier: de motivering / de toelichting derzeit / gegenwärtig = tegenwoordig ebenfalls = tevens erstreben = nastreven der Zweck = het doeleinde Mittel aufwenden = middelen spenderen / middelen besteden außergewöhnlich = buitengewoon vergleichbar = vergelijkbaar ausreichend = toereikend / voldoende seitens = van de kant van beauftragen = belasten met Vorkehrungen treffen = voorzieningen treffen / voorzorgsmaatregelen nemen / voorzorgsmaatregelen treffen weder noch = noch unverzichtbar = onmisbaar gerechtfertigt / zu Recht = terecht durchaus = volstrekt / wel degelijk Üblich = gebruikelijk der Vorschlag = het voorstel der Schriftführer = de griffier / de scriptor / de secretaris gez. / gezeichnet = get. / getekend der Abteilungsleiter = het afdelingshoofd die Umschulung = de omscholing Aufgaben erfüllen / Aufgaben erledigen = taken vervullen entbehren können = kunnen missen die Frist = de termijn angemessen / passend = passend / gepast die Auswahl / die Wahl = de keuze / de selectie der Konstrukteur = de technisch ontwerper der Hersteller / der Fabrikant = de producent / de fabrikant die Entscheidungshilfe = de hulp bij besluitvorming ermöglichen = mogelijk maken die Vielzahl = hier: het grote aantal erweitern = verruimen / uitbreiden die Schiene = de rail / de staaf der Zeitaufwand = de te investeren tijd die Buchse = het stopcontact die Abmessungen / die Maße = de afmetingen die Lebensdauer = de levensduur der Durchmesser = de doorsnee / de doorsnede / de diameter anzeigen = aangeven / tonen die Belastung / die Steuer = de belasting die Drehzahl = het toerental fordern / erfordern = eisen / vereisen in Frage kommen = in aanmerking komen das Datenblatt = hier: het overzicht met de technische specificaties einheitlich = hier: algemeen geldend / vergelijkbaar durchsuchen = doorzoeken herkömmlich = conventioneel / gebruikelijk beteiligt sein an = betrokken zijn bij Kriterien und Anforderungen genügen = aan criteria en eisen voldoen auflisten / aufzählen / nennen = opsommen / noemen zeitsparend = tijdbesparend / tijdsbesparend problemlos = zonder problemen die betreffende Anwendung = de desbetreffende toepassing / de betreffende toepassing