Kannst du mir bitte das Salz geben?
|
Nimmst du Fisch oder Fleisch?
|
Nicht so viel, nur ein bisschen!
|
Möchtet ihr noch ein Stück?
|
Eine kleine Portion, bitte!
|
Ich brauche ein Glas.
|
Eine Tasse heiße Schokolade, bitte.
|
Die Flasche ist noch zu.
|
Gehen wir heute Abend essen?
|
Ich möchte euch einladen.
|
Können Sie uns bitte die Karte bringen?
|
Wo liegt das Besteck?
|
Wir haben schon bestellt.
|
Können wir bitte (be)zahlen?
|
Ich bin Vegetarier.
|
Niet zo veel, maar een beetje!
|
Neem jij vis of vlees?
|
Kun je me a.u.b. het zout aanreiken?
|
Ik heb een glas nodig.
|
Een kleine portie, graag!
|
Willen jullie nog een stukje?
|
Gaan we vanavond uit eten?
|
De fles is nog dicht.
|
Een kopje warme chocolademelk, graag.
|
Waar ligt het bestek?
|
Kunt u ons a.u.b. de menukaart brengen?
|
Ik wil jullie uitnodigen.
|
Ik ben vegetariër.
|
Kunnen we a.u.b. afrekenen?
|
Wij hebben al besteld.
|