Duits : Nederlands schon = al / wel das weiß ich schon = dat weet ik al das macht er schon = dat doet hij wel jedoch = echter genauso = even / even goed das kostet genauso viel = dat kost even veel keine Ahnung! = geen idee! jemand = iemand später = later spielerisch = speels / ludiek man = men / je kaum = nauwelijks niemand = niemand irgendwann = ooit / vroeg of laat zur Zeit = op dit moment auf eigenen Beinen = op eigen benen regelmäßig = regelmatig auswendig = vanbuiten unterschiedlich = verschillend völlig / vollständig = volledig auswendig lernen = vanbuiten leren unterschiedliche Probleme = verschillende problemen