Guten Tag! Hallo! Entschuldigung!
Wie bitte? Danke! Bitte!
Auf Wiedersehen! Tschüs! ja
nein gern(e) oft
toll der Name ich heiße
ich bin ich habe ich wohne
ich komme ich gehe ich fahre
ich spiele Österreich die Schweiz
die Türkei Deutschland der Stau
Pardon! Hallo! / Hoi Goedendag!
Alstublieft! / Alsjeblieft! Dank u wel / Dank je wel. Wat zeg je / Wat zegt u?
ja Tot ziens! (Doei!) Tot ziens!
vaak graag nee
ik heet de naam gaaf, tof
ik woon ik heb ik ben
ik rijd / ik ga ik ga / ik loop ik kom
Zwitserland Oostenrijk ik speel
de file Duitsland Turkije
der Zug
de trein