auftreten der Abend / -e außerdem
erlauben fernsehen das stimmt
(sich) treffen sich unterhalten verabredet sein
verbieten verbringen vorschlagen
der Eingang die Kasse die Eintrittskarte / -n
das Fernsehen im Fernsehen der Fernseher
die Fernsehsendung / -en die Kneipe / -n das Konzert / -e
ins Konzert gehen der Krimi / -s das Quiz
das Radio, im Radio der Schalter das Theater / ~
ins Theater gehen bestimmt eigentlich
einverstanden sein mit… weggehen
bovendien de avond optreden
dat klopt televisiekijken toestaan
een afspraakje hebben praten (elkaar) ontmoeten
voorstellen doorbrengen verbieden
entreekaart de kassa de ingang
het televisietoestel op de televisie de televisie
het concert de kroeg het televisieprogramma
de quiz de detective naar het concert gaan
het theater, de schouwburg het loket de radio, op de radio
eigenlijk vast, beslist naar het theater gaan
weggaan het eens zijn met...