aufregend ausgehen begründen
bis einmal, zweimal, dreimal, viermal erklären
faul fleißig die Flöte
die Geige die Gitarre hoffen
das Klavier manchmal meistens
mindestens nennen das Schlagzeug
schrecklich der Spaß Es macht Spaß.
stattfinden täglich teilnehmen
üben überall der Unterricht
beargumenteren uitgaan opwindend
uitleggen een keer, twee keer, drie keer, vier keer tot
de fluit vlijtig, ijverig lui
hopen de gitaar de viool
meestal soms de piano
het drumstel noemen minstens
Het is leuk. het plezier verschrikkelijk
deelnemen dagelijks plaatsvinden
het onderwijs, de lessen Overal oefenen
der Verein die Vereine wahrscheinlich
wenn der Wettbewerb die Wettbewerbe
wiederholen der Witz die Witze
witzig pro Woche
waarschijnlijk de verenigingen de vereniging
de wedstrijden de wedstrijd als, indien
de grappen, de mopjes de grap, het mopje herhalen
per week grappig