Duits : Nederlands das Einzelzimmer = de eenpersoonskamer das Doppelzimmer = de tweepersoonskamer zelten = kamperen die Reise = de reis Halbpension = halfpension Vollpension = volpension buchen = boeken absagen = afzeggen der Campingplatz = de camping reservieren = reserveren übernachten = overnachten frei / belegt = vrij / bezet frei = vrij belegt = bezet