Duits : Nederlands jetzt = nu drüben = verderop suchen = zoeken reingehen = naar binnen gaan daran denken = eraan denken danach / nachher = daarna Lust haben = zin hebben bestimmt = zeker länger = langer holen = halen helfen = helpen das Schaufenster = de etalage anprobieren = passen die Größe = de maat Moment mal. = Even wachten. der Kunde = de klant die Woche = de week umsonst = gratis