Duits : Nederlands spät = laat läuten = luiden das Glück = het geluk das Englisch = het Engels abschreiben = overschrijven der Spaßvogel = de grapjas selbst = zelf gleich = gelijk mitschreiben = meeschrijven immer = altijd dasselbe = hetzelfde die Frau = de vrouw der Mann = de man das Auto = de auto die Werkstatt = de garage vergessen = vergeten brauchen = nodig hebben