Duits : Nederlands das Hochhaus = het flatgebouw der Stock = de verdieping / de etage die Wohnung / das Appartement = het appartement das Erdgeschoss = de begane grond der Garten = de tuin das Mehrfamilienhaus = het huis voor meer gezinnen huren = mieten der Keller = de kelder sonnig = zonnig möbliert = gemeubileerd das Altersheim = het bejaardentehuis