Duits : Nederlands Vorsicht! = Voorzichtig! der Schrank = de kast die Wand = de wand / de muur der Schreibtisch = het bureau der Sessel = de gemakkelijke stoel versprechen = beloven aussuchen = uitzoeken die Ecke = de hoek sowieso = toch al das Bett = het bed kaum = nauwelijks der Lärm = het lawaai leiser stellen = zachter zetten der Nachbar = de buurman der Kopfhörer = de koptelefoon anscheinend = naar het schijnt auf den Wecker gehen = op de zenuwen werken der Taube = de dove die Bohrmaschine = het boormachine aufhängen = ophangen übertreiben = overdrijven nebenan = hiernaast bitten = verzoeken bleiben = blijven bohren = boren bewundern = bewonderen das Licht = het licht die Stromleitung = de elektrische leiding