Duits : Nederlands
die Hauptschule = de vmbo-school
die 9. Klasse = de tweede klas
der Klassenlehrer = de mentor
manchmal = soms
ziemlich = tamelijk
streng = streng
der Stundenplan = het rooster
die Fächer = de schoolvakken / de vakken
gucken = kijken
ich mag = ik vind leuk
ich mag … = ik vind … leuk
witzig = grappig
die Hausaufgaben = het huiswerk
der Schüler = de leerling
zufrieden = tevreden
das Zeugnis = het rapport
Deutsch = Duits
Englisch = Engels
Mathematik = wiskunde
Wirtschaft = economie
Geschichte = geschiedenis
Zeichnen = tekenen
Sport = gymnastiek
Niederländisch = Nederlands
das Lieblingsfach = het lievelingsvak
langweilig = saai
schrecklich = verschrikkelijk
schwierig = moeilijk
einfach = makkelijk
toll = leuk
ich liebe… = ik houd van…
ich liebe = ik houd van