Duits : Nederlands ein Formular ausfüllen = een formulier invullen der Familienstand = de burgerlijke staat ledig = vrijgezel unverheiratet = ongetrouwd verheiratet = getrouwd das Ehepaar = het echtpaar das Einzelzimmer = de eenpersoonskamer das Doppelzimmer = de tweepersoonskamer die Suite = de suite das Frühstück = het onbijt das Frühstücksbuffet = het ontbijtbuffet Halbpension = halfpension Vollpension = volpension wecken = wekken die Hotelrechnung = de hotelrekening die Telefonkosten = de telefoonkosten die Minibar = de minibar bar zahlen = contant betalen die Kreditkarte = de creditcard die Sicherheitsmaßnahmen = de veiligheidsmaatregelen das Feuer = de brand brennen = branden der Aufzug = de lift der Fluchtweg = de vluchtweg der Feuerlöscher = de brandblusser der Balkon = het balkon der Gang = de gang das Fundbüro = het bureau voor gevonden voorwerpen verlieren = verliezen der Verlust = het verlies die EC-Karte = de bankpas die Handtasche = de handtas die Kamera = het foto-toestel das Portmonee = de beurs das Passbild = de pasfoto die Farbe = de kleur die Marke = het merk finden = vinden der Gegenstand = het voorwerp der Geldautomat = de geldautomaat Geld abheben = geld opnemen (automaat) die PIN-Nummer = nummer van de pinpas die Geheimzahl = de pincode