Duits : Nederlands das Hotel = het hotel das Dreissternehotel = het drie-sterren hotel die Rezeption / der Empfang = de receptie die Empfangshalle = de hal bij de receptie die Lounge = de lounge der Speisesaal = de eetzaal das Restaurant = het restaurant das Zimmer = de kamer der Zimmerpreis = de kamerprijs die Nacht = de nacht pro Nacht = per nacht (p.n.) pro Person) = per persoon (p.p.) pro Zimmer = per kamer (p.k.) die Mahlzeit = de maaltijd die Hotelbar = de hotelbar das Schwimmbad / das Schwimmbecken = zwembad das Hallenbad = zwembad (overdekt) die Sauna = de sauna der Fitnessraum = de fitnessruimte der Konferenzraum = de vergaderzaal der Frühstücksraum = de ontbijtzaal inklusive Frühstück = inclusief ontbijt Übernachtung mit Frühstück = overnachting met o. das Frühstücksbuffet = het ontbijtbuffet Halbpension = halfpension (hp) Vollpension = volpension (vp) der Einzelzimmerzuschlag = toeslag eenpersoonskamer Haustiere nicht erlaubt = huisdieren niet toegestaan der Flur / der Gang = de gang der Lift / der Aufzug = de lift die Etage / der Stock = de etage in der 1. Etage = op de 1e etage im 3. Stock = op de derde etage das Erdgeschoss = de begane grond das Untergeschoss = het souterrain die Tiefgarage = ondergrondse garage der Parkplatz = de parkeerplaats der Keller = de kelder die Terrasse = het terras die Dachterrasse = het dakterras der Eingang = de ingang der Ausgang = de uitgang der Notausgang = de nooduitgang die Treppe = de trap das Einzelzimmer = de eenpersoonskamer das Doppelzimmer = de tweepersoonskamer das Drei-/Vierbettzimmer = de drie- / vierpersoonskamer einrichten = inrichten die Suite = de suite das Badezimmer = de badkamer das Bad = het bad die Dusche = de douche die Toilette = het toilet das WC = de WC das Waschbecken = de wastafel das Doppelwaschbecken = de dubbele wastafel der Spiegel = de spiegel der Föhn = de föhn das Badehandtuch = de badhanddoek die Kaffeemaschine = het koffiezetapparaat der Tisch = de tafel der Schreibtisch = het bureau der Nachttisch = het nachtkastje das Telefon = de telefoon das Direktwahltelefon = de doorkiestelefoon der Stuhl = de stoel das Bett = het bed das Einzelbett = het eenpersoonsbed das Doppelbett = het tweepersoonsbed das Extrabett = het extra bed der Papierkorb = de papiermand das Kissen = het kussen der Schrank = de kast der Kleiderschrank = de klerenkast der Fernseher = de televisie (toestel) die Minibar = de minibar der Safe = de safe die Klimaanlage = de airco der Internetanschluss = de internetaansluiting der Balkon = het balkon das Fenster = het venster reservieren = reserveren ankommen = aankomen anmelden = aanmelden das Formular = het formulier ausfüllen = invullen der Reisepass = het paspoort der Familienname = de achternaam der Vorname = de voornaam die Adresse = het adres die Postleitzahl = de postcode der Wohnort = de woonplaats die Staatsangehörigkeit = de nationaliteit der Familienstand = de burgerlijke staat verheiratet = getrouwd ledig = vrijgezel allein = alleen(staand) unterschreiben = ondertekenen die Unterschrift = de handtekening die Zimmernummer = het kamernummer die Zimmerkarte = de (elektronische) kamersleutel der Zimmerschlüssel = de kamersleutel das Schlüsselbrett = het rekje met de kamersleutels wünschen = wensen der Aufenthalt = het verblijf bis später = tot zo wecken = wekken das Telefongespräch = het telefoongesprek ein Taxi bestellen = een taxi bestellen die Busverbindung = de busverbinding die Stadt = de stad das Zentrum = het centrum die Öffnungszeiten = de openingstijden das Geschäft = de zaak heute Morgen = vanmorgen heute Nachmittag = vanmiddag heute Abend = vanavond das Wochenende = het weekend der Werktag = de werkdag der Feiertag = de feestdag Ostern = Pasen Weihnachten = Kerstmis die Abreise = het vertrek abreisen = vertrekken abrechnen = afrekenen bezahlen = betalen die Hotelrechnung = de hotelrekening akzeptieren = accepteren die Kreditkarte = de creditcard die EC-Karte = de bankpas bar zahlen = contant betalen die Telefonkosten = de telefoonkosten die Getränke = de drankjes auf Wiedersehen = tot ziens gefallen = bevallen bis nächstes Jahr = tot volgend jaar angenehme Reise = aangename reis gute Reise / gute Fahrt = goede reis schöne Ferien = fijne vakantie