Duits : Nederlands "die Unterkunft (\"-e)" = de accommodatie die Person (-en) = de persoon die Familie (-n) = het gezin das Alter = de leeftijd wie alt = hoe oud wie lange = hoe lang "die Nacht (\"-e)" = de nacht vom 10. bis 12. März = van 10 tot 12 maart nachsehen = opzoeken (computer) "der Sonderwunsch (\"-e) / der spezielle Wunsch" = de speciale wens das Extrabett / das Zusatzbett (-en) = het extra bed die Erreichbarkeit = de bereikbaarheid die Lage = de ligging die zentrale Lage = de centrale ligging am Stadtrand = aan de rand van de stad das Hotel (-s) = het hotel das 3-Sternehotel (-s) = het 3-sterrenhotel das Einzelzimmer (-) = de 1-persoonskamer das Doppelzimmer (-) = de 2-persoonskamer die Übernachtung (-en) = de overnachting das Frühstücksbuffet = het ontbijtbuffet einschließlich / inklusive = inclusief ausschließlich / exklusive = exclusief mit Bad oder Dusche = met bad of douche das Aparthotel (-s) = het aparthotel das Appartement (-s) = het appartement die Pension (-en) = het pension das Privatzimmer (-) = de kamer bij particulieren die Jugendherberge (-n) = de jeugdherberg das Mehrbettzimmer (-) = de meerpersoonskamer die Bettwäsche = het beddegoed der Bungalowpark (-s) = het bungalowpark "das Ferienhaus (\"-er)" = het vakantiehuisje der Bungalow (-s) = de bungalow "der Campingplatz (\"-e)" = de camping das Zelt (-e) = de tent der Wohnwagen (-) = de caravan das Reisemobil (-e) = de camper "der Bauernhof (\"-e)" = de boerderij