das Nachmittagsprogramm (-e) die Gruppe (-n) die Jugend
der Erwachsene (-n) die Saison (-s/-en) malen
bemalen das Bild (-er) ausmalen
die Farbe (-n) zeichnen basteln
die Schere (-n) schminken das Spielzeug
der Sport Sport machen / treiben das Spiel (-e)
der Ball ("-e) Fußball spielen der Fußballplatz ("-e)
das Team (-s) die Halbzeit das Tor (-e)
der Punkt (-e) vier zu eins Beachvolleyball spielen
de jeugd de groep het middagprogramma
schilderen het seizoen de volwassene
kleuren de prent beschilderen
knutselen tekenen de kleur
het speelgoed schminken de schaar
het spel(letje) sporten de sport
het voetbalterrein voetballen de bal
het doelpunt de pauze (in een wedstrijd) het team
beachvolleyballen vier - een (4-1) het punt
Basketball spielen Bowling spielen / bowlen der Fluss ("-e)
der See (-n) rudern das Ruderboot (-e)
segeln das Segelboot (-e) surfen
das Surfbrett (-er) Wasserski fahren tauchen
Aerobic machen das Fitnessprogramm die Gymnastikübung (-en)
die Muskeln lockern die Frühgymnastik laufen
der Waldlauf die Kondition die Ausdauer
schöne Ferientage / schöne Urlaubstage
de rivier bowlen basketballen
de roeiboot roeien het meer
surfen de zeilboot zeilen
duiken waterskiën de surfplank
de gymnastiekoefening het fitnessprogramma aerobic doen
trimmen de ochtendgymnastiek de spieren losmaken
uithoudingsvermogen de conditie de bosloop
fijne vakantiedagen