das Reisebüro (-s) der Reiseveranstalter der Kunde (7x -n)
die Familie (-n) planen wohin
das Ziel (-e) das Ausland die Hochsaison
die Vorsaison / die Nachsaison der Urlaub die Ferien
hinweisen auf die Pauschalreise das Sonderangebot (-e)
die Ermäßigung (-en) die Kinderermäßigung der Rabatt (-e)
ersparen empfehlen (a-o) der Wintersporturlaub
der Sonnenurlaub / der Strandurlaub zu Ostern zu Weihnachten
der Badeurlaub / der Strandurlaub der Badeort (-e) das Mittelmeer
de klant de touroperator het reisbureau
waar naartoe plannen het gezin
het hoogseizoen het buitenland de bestemming
de vakantie (school-) de vakantie (algemeen) het laagseizoen
de speciale aanbieding de pakketreis wijzen op
de korting (b.v. bij een groep) de kinderkorting de korting (algemeen)
de wintersportvakantie aanbevelen besparen
met Kerstmis met Pasen de zonvakantie
de Middellandse Zee de badplaats vakantie in een badplaats
der/das Prospekt (-e) der Katalog (-e) der Auto-Urlaub
der Wohnwagen das Reisemobil / das Wohnmobil der Zug
die Bahnreise abfahren (u-a) die Kreuzfahrt
die Innenkabine (-n) die Außenkabine (-n) das Flugzeug
die Flugreise / der Flug die Fluggesellschaft der Linienflug
die Flughafengebühr der Abreiseort beliebig
der Flugschein / das Flugticket abfliegen
de autovakantie de catalogus de/het prospectus
de trein de camper de caravan
de cruise vertrekken (auto / trein) de treinreis
het vliegtuig de buitenhut de binnenhut
de lijnvlucht de vliegtuigmaatschappij de vliegreis
geen voorkeur de vertrekplaats de luchthavenbelasting
vertrekken (vliegtuig) het vliegticket