aber also anrufen
antworten der Bahnhof die Bahnhöfe
bald denn die Einladung
die Einladungen gehen das Getränk
die Getränke die Hausaufgaben das Kino
die Kinos krank leider
die Kneipe die Kneipen mitkommen
oder die Prüfung die Prüfungen
(sich) treffen zusammen der Montag
bellen dus maar
de stations het station antwoorden
de uitnodiging want gauw
het drankje gaan de uitnodigingen
de bioscoop het huiswerk de drankjes
helaas ziek de bioscopen
meekomen de café's het café
de toetsen de toets of
maandag samen afspreken, elkaar ontmoeten
der Dienstag der Mittwoch der Donnerstag
der Freitag der Samstag der Sonntag
donderdag woensdag dinsdag
zondag zaterdag vrijdag