Ich habe alle Übungen gemacht. Seid ihr fertig? Er hat sein Wörterbuch vergessen.
Tut mir leid. Die Stunde dauert 45 Minuten. Sie hat eine Eins in Mathe.
Schade, du hast wieder eine Fünf. Du musst im Unterricht besser aufpassen! Herr Hendrikx, können Sie das erklären?
Das verstehe ich nicht! Nächste Woche gibt es Zeugnisse. Ist die Prüfung mündlich oder schriftlich?
Die Fragen waren sehr schwer. Die Antwort ist leider falsch. Das ist ein Lückentext.
Hast du schon für die Arbeit gelernt? Wir haben viel geübt. Er kann die Aufgabe nicht lösen.
Vergleicht eure Lösungen! Sie hatte nur drei Fehler. Ich habe beim Test 67 Punkte bekommen.
Heute fällt Bio aus! Mittwochs haben wir immer zwei Freistunden. Kannst du mir bei den Hausaufgaben helfen?
Keine Ahnung! Ich kann mir das einfach nicht merken!
Hij is zijn woordenboek vergeten. Zijn jullie klaar? Ik heb alle oefeningen gemaakt.
Zij heeft een tien voor Wiskunde. Het lesuur duurt 45 minuten. Het spijt me.
Meneer Hendrikx, kunt u dat uitleggen? Jij moet in de les beter opletten! Jammer, je hebt weer een vijf.
Is het een mondeling of schriftelijk examen? Volgende week krijgen we ons rapport. Dat snap ik niet!
Dat is een gatentekst. Dat antwoord is helaas fout. De vragen waren heel moeilijk.
Hij kan de opdracht niet maken. Wij hebben veel geoefend. Heb jij al voor het proefwerk geleerd?
Ik heb bij de toets 67 punten gekregen. Zij had maar drie fouten. Vergelijk jullie oplossingen met elkaar!
Kun je me met het huiswerk helpen? Op woensdag hebben we altijd twee tussenuren. Vandaag valt bio uit!
Ik kan dat gewoon niet onthouden! Geen idee!