landen ankommen abfliegen
abfahren der Wohnwagen das Wohnmobil
der Zug der Mietwagen das Schiff
die Fähre das Flugzeug; der Flieger der Flughafen
der Hafen die Autobahn übernachten
das Hotel das Ferienhaus der Campingplatz; der Zeltplatz
das Zelt die Jugendherberge der B&B
das Zimmer der Meeresblick der Balkon
der Swimmingpool wandern faulenzen
vertrekken (vliegtuig) aankomen landen
de camper de caravan vertrekken (overige)
het schip de huurauto de trein
de luchthaven het vliegtuig de ferry
overnachten de snelweg de haven
de camping het vakantiehuisje het hotel
de B&B de jeugdherberg de tent
de balcon de zeezicht de kamer
luieren een trektocht maken de pool
klettern Ski fahren Snowboard fahren
schnorcheln tauchen sich sonnen
braun werden der Sonnenbrand der Strand
die Berge das Meer der See
in der Nähe von im Süden im Westen
im Norden im Osten nördlich von
neben hinter unter
zwischen über
snowboarden skiën klimmen
zonnen duiken snorkelen
het strand de zonnebrand bruin worden
het meer de zee de bergen
in het Westen in het Zuiden in de buurt van
noordelijk van in het Oosten in het Noorden
onder achter naast
over; boven tussen