Woordenlijsten Engels . . . n love HV Vocabulary Reading 1

the flick To charge your phone you put the charger in the flick.	rapport They fell in love and got in a rapport.	offense He caused the offense by acting that way.
to treat This illness is very easy to treat.	face We stood (to) face to face when we talked	at the conclusion of at the conclusion of his speech, everyone applaud.
tilt Don't (to) tilt your cup, you don't want to get hot tea on your lap.	to establish airlock They had to establish airlock before entering the space shuttle.	eel That long, slippery, edible fish is called an eel.
tapeworm She got a tapeworm from drinking that bacteria filled water.	to slither A snail has to slither his way trough the garden.	to gag He felt the need to gag at the sight of blood.
disadvantage If you don't act nice to people, it can work in your disadvantage.	interlocutor He needed to speak a bit up to his interlocutor.	turn out It will (to) turn out if he will be on time.
aware We need to become aware of global warming.	gangly He used to be so gangly, he knocked everything over.	to clasp She needed to clasp her money very tidely while visiting Barcelona.
to stand out to stand out she dyed her hair green.	unsuspecting He was not aware of the presence of danger, he was unsuspecting.	self-conscious He got self-conscious while speaking in public, hij was not used to it.
to indulge someone It takes a lot of trust to indulge someone.	turn-off When he was not that handsome in real life, it was a turn-off for her.	sly
established	a modicum He had a modicum respect for her, that is not very much.	favor / favour Would you do me a favor / favour and lend me your car.

aanstoot Hij veroorzaakte de aanstoot door zich zo te gedragen.	relatie Ze werden verliefd en kregen een relatie.	het contact Om je telefoon op te laden stop je de lader in het contact.
aan het slot van aan het slot van zijn speech applaudisseerde iedereen.	tegenover We stonden tegenover (staan) elkaar toen we praatte.	behandelen Deze ziekte is heel makkelijk te behandelen.
paling Die lange, glibberige, eetbare vis heet een paling.	een luchtdichte verbinding tot stand brengen Ze moesten een luchtdichte verbinding tot stand brengen voor ze het ruimtevaartuig konden betreden.	schuin houden Niet je mok schuin houden, je wilt geen hete thee op je schoot.
kokhalzen Hij voelde de behoefte om te kokhalzen bij het aanzicht van bloed.	glibberen Een slak moet zijn weg door de tuin glibberen.	lintworm Ze kreeg een lintworm van dat water vol bacteriën.
blijken Het zal wel blijken of hij op tijd is.	gesprekspartner Hij moest een beetje harder praten tegen zijn gesprekspartner.	nadeel Als je niet aardig doet tegen mensen, kan het in je nadeel werken.
klampen Ze moest haar geld vastklampen toen ze in Barcelona was.	slungelig Hij was zo slungelig(e), hij stootte alles over.	bewust We moeten ons bewust worden van de opwarming van de aarde.
verlegen Hij werd verlegen toen hij in het openbaar moest spreken, hij was dit niet gewend.	nietsvermoedend Hij was zich niet bewust van de aanwezigheid van gevoer, hij was nietsvermoedend(e).	eruit te springen Om eruit te springen verfde ze haar haar groen.
stiekem(e)	afknapper Toen hij niet zo knap was in het echt, was dat een afknapper voo haar.	iemand zijn of haar gang laat gaan Vertrouwen is belangrijk als je iemand zijn of haar gang laat gaan.
gunst Zou je me een gunst willen doen en mij je auto lenen.	een greintje Hij had maar een greintje respect voor haar, dat is niet erg veel.	tot stand gebracht