Engels : Nederlands the [headline] = de [krantenkop] some [low-life] = een [onderkruipsel] he was [sentenced] = hij werd / is [veroordeeld] for his [first offence] = voor zijn [eerste overtreding] his outrage = zijn woede he [allegedly fired his weapon] = hij [zou geschoten hebben] several accomplices = meerdere medeplichtigen [shortly after] he turned 18 = [vlak na] zijn 18e verjaardag this massive sentence = deze gigantische straf plea deals = strafvermindering in ruil voor een bekentenis rolled on him = gaven hem de schuld