disappointed | disco | engagement |
furious | head over heals |
in love
We fell in love last summer. |
pleased | reason | terrific |
be jealous of
to be jealous of |
break off a relationship
to break off a relationship |
(to) cancel |
(to) dislike | (to) dream | (to) envy |
(to) fancy |
feel bad about something
to feel bad about something |
go out
Will you (to) go out with me? |
go steady with someone
to go steady with someone |
have a night out
to have a night out |
invite
I will (to) invite whoever wants to came to my party. |
kiss
I gave him a (to) kiss goodbye. |
(to) quarrel | (to) smile |
touched |
verloving | discotheek | teleurgesteld |
verliefd
We werden afgelopen zomer verliefd. |
hals over kop | woedend |
fantastisch, geweldig | reden | blij, tevreden |
afzeggen |
uitmaken van een relatie
uitmaken van een relatie |
jaloers zijn op
jaloers zijn op |
benijden | dromen | een hekel hebben aan |
uitgaan
Wil je met me uitgaan. |
spijt hebben van iets
spijt hebben van iets |
leuk vinden |
uitnodigen
Ik wil iedereen uitnodigen die wil komen naar mijn feestje |
een avondje uitgaan
een avondje uitgaan |
verkering hebben met iemand
verkering hebben met iemand |
(glim)lachen | ruzie maken |
kus
Ik gaf hem een kus bij het afscheid. |
ontroerd |