Engels : Nederlands
the exclamation = de kreet
the disbelief = het ongeloof
unfathomable = onpeilbaar
the existence = het bestaan
the unmitigated depravation = de volslagen ontaardheid
somehow = op de een of andere manier
suddenly = opeens
(to) attest = getuigen
throughout the 1990s = de hele jaren 90 door
the douche = de (koude) douche, afknapper
the potential hook-up = de mogelijke klik
non-negotiable = ononderhandelbaar, onbespreekbaar
the throwaway throwback = de waardeloze (wegwerp) achterblijver
the keeper of a flame = degene die de vlam brandende houdt
the benign eccentricity = de ongevaarlijke afwijking
the conflagration = de laaiende brand
(to) brand = brandmerken
decibel-challenged screamies = schreeuwers met een decibeluitdaging
the convenience = het gemak
(to) assert your presence = je verzekeren van je aanwezigheid
glance surreptitiously down = steels naar beneden gluren
the boon = de zegening
gross = onbeschoft(e)
(to) proceed = daarna gaan
glorious solitary cab rides = heerlijke taxiritten alleen
oblivious rambles = onbezorgde tochten
irresponsible fugitive from the chains of communication = onverantwoordelijke voortvluchtige uit de ketenen der communicatie
the resolve = de vastbeslotenheid