Engels : Nederlands formerly = voorheen former = voormalig(e) the application = de toepassing (to) extend = uitbreiden, verlengen the extent of = de mate van the extension = de uitbreiding, verlenging the founder = de grondlegger the foundation = de instelling, beweging the development = de ontwikkeling (to) discover = ontdekken disproportionately = op buitensporig grote manier proportionally = op gepaste manier the usurious loan = de woekerachtige lening (to) lend = lenen van (to) loan = uitlenen (to) borrow = lenen van (voorwerp) viable = levensvatba(a)r(e) eventually = uiteindelijk (to) incur = zich op de hals halen (to) secure = zich verzekeren van (to) procure = verwerven (to) ensue = volgen op (to) issue = uitvaardigen (to) retain = vasthouden aan