Engels : Nederlands
although = hoewel
(to) expire = verlopen, aflopen
the patron = de patroon (persoon), het patroon (regelmaat)
the standard = de standaard
dates back from = dateert van
goods = goederen
perishable = vergankelijk(e), bederfelijk(e)
therefore = daarom, dientengevolge
the coin = het muntstuk, de munt
invaluable = onschatba(a)r(e)
readily = gemakkelijk
valuable = waardevol(le)
the currency = de valuta
(to) mint = munt slaan
since = aangezien
worth = van waarde