Engels : Nederlands a new era = een nieuw tijdperk to [take over the world] = de wereld veroveren what we're made of = uit welk hout we gesneden zijn [portrayal] of teenagers = de manier waarop tieners [worden geportretteerd] images of teenagers = beelden van teenager in their mid-20s = [halverwege de twintig] (leeftijd) spot-free = zonder puistjes [to compare] themselves to = zichzelf [vergelijken] met lack of interest = gebrek aan interesse easy lifestyles = onbezorgde manier van leven wild lifestyles = woeste manier van leven change in our pockets = kleingeld in onze zakken appear = geïdealiseerde levens / lijken give us an [insight into] = geeft ons een [inkijkje in] how our elders perceive us = hoe volwassenen ons zien on rare occasions = in zeldzame gevallen fully aware of = zich volledig bewust van defenceless = weerloos companies who [assume] = bedrijven die [ervan uitgaan] loud = luidruchtig the ability = de vaardigheid naïeve = naïef