Engels : Nederlands
waitress = serveerster
policewoman = politievrouw
businesswoman = zakenvrouw
spinach = spinazie
pea = erwt
onion = ui
bean = boon
cabbage = kool
waiter = kelner
vet = dierenarts
thief = dief
teacher = leraar
student = student
shop assistant = winkelbediende
secretary = secretaresse
professor = professor
President = president
postman = postbode
policeman = politieman
nurse = verpleegster
manager = manager
in the army = in het leger
fireman / firefighter = brandweerman
farmer = boer
doctor = dokter
dentist = tandarts
clown = clown
chef = chef
businessman = zakenman
artist = artiest
air hostess = stewardess
football player = voetballer