(to) make (to) love (to) lose
(to) look (to) live (to) like
(to) leave (to) laugh (to) kick
(to) keep (to) jump (to) invite
(to) hurt (to) hold (to) hide
(to) have got (to) hate (to) go
(to) give (to) get up (to) frighten
(to) fly (to) finish (to) find
(to) feel
verliezen houden van maken
leuk vinden leven kijken
schoppen lachen verlaten
uitnodigen springen houden
verbergen / verstoppen vasthouden pijn doen
gaan een hekel hebben aan hebben
bang maken opstaan geven
vinden eindigen vliegen
voelen