Engels : Nederlands rises/ gets up = staat op go out = uitgaan all together = met z'n allen film = film (de) or something like that = of zo that = daar... in / daarvan is showing = draait exciting = spannende Chinese = Chinese camera = camera (de) would like to join = gaat ... mee late = late show = voorstelling (de) idea = idee (het) cinema = bioscoop (de) beautiful = mooi deal/ agreed = afgesproken suggest = stel voor Italian = Italiaanse restaurant = restaurant (het) next to = naast agreed = akkoord in agreement = het eens with it = ermee (we are -) ten = met z'n tienen persons = personen book/ reserve = reserveren wonder = vraag me af probably = waarschijnlijk menu = kaart (de) / menu (het) things = dingen choose = kiezen agree on = spreken … af in advance = van tevoren think/ find = vinden meat = vlees (het) tell = vertellen choice = keuze (de) organize = regel further = verder seems to me = lijkt fine = prima sevenish = tegen zevenen park = parkeren catastrophe = ramp beer = bier (het) wine = wijn (de) like = houdt oh/ my = oei oneself = zichzelf loose = verliezen divide by = delen door total = totale amount = bedrag (het) objection = bezwaar (het) off to… = op naar