Engels : Nederlands (jumped) the lights = door rood police camera = politiecamera (de) light = licht (het) mentions = wijst (op) technical = technische possibilities = mogelijkheden beers = biertjes drunk = gedronken police officer = agent (de) Mr Policeman = oom agent decently/ well = netjes police station = politiebureau (het) ends up/ arrives = terechtkomt is to be heard = is te horen shows = toont interest = belangstelling (de) borrowed = geleend friendly = vriendelijk (police) station = bureau (het) explain = uit ... leggen borrow = lenen steal = stelen check = controleren present = aanwezig eyes = ogen give a hand = een handje co-operate = samenwerken necessary = noodzakelijk cap/ hat = pet (de) recycling container for paper = papierbak (de) neighbours = buren strikingly = opvallend keep = houden animals = dieren report a crime = doen aangifte safety = veiligheid (de) duty = plicht (de) shoot = schieten North Sea = Noordzee (de) quiet/ peace = rust (de) order = orde (de) goal = doel (het) with that = daarbij Big Brother = Grote Broer behaviour = gedrag (het) privacy = privacy (de) miss = missen ID card = identiteitsbewijs (het) row/ argument = ruzie (de) solve = lossen op football matches = voetbalwedstrijden violence = geweld (het) beat = slaan dog = hond (de) refuse = weigeren illegal = illegale peace = vrede (de)