Engels : Nederlands free time = vrije tijd (de) activities = activiteiten undertake/ do = ondernemen active = actief am busier = drukker way = manier (de) in which = waarop spend = besteedt influence = invloed (de) there is on = er te doen is normally speaking = normaal gesproken something cultural = iets cultureels sport(s) = sport (de) both … and = zowel ... als culture = cultuur (de) museum = museum (het) concert = concert (het) hall/ room = zaal (de) action films = actiefilms serious = serieuze jazz = jazz regularly = regelmatig open air = buitenlucht (de) preferably = bij voorkeur on your own = in je eentje walk/ stroll = wandel almost = vrijwel disco = disco (de) exercise = beweging (de) invite = nodig uit with what = waarmee fill = vul in general = in het algemeen computer = computer (de) chat = chatten MSN = msn social = sociale contacts = contacten tv = tv (de) good = goeie/goede mentioned = genoemd are active in = doe aan form = vorm (de) art = kunst (de) depends = hangt ervan af past = verleden (het) prizes = prijzen won = gewonnen (winnen) international = internationale top = top (de)