Engels : Nederlands
despite = ondanks
density = dichtheid (de)
cities with over a million inhabitants = miljoenensteden
figure = figuur (de)
rather = nogal
grown = gegroeid
there was = was er sprake (van)
sharp = scherpe
rise = stijging (de)
rate/ number/ figure = cijfer (het)
birth rate = geboortecijfer (het)
jumped = sprong
all of a sudden = ineens
up(wards) = omhoog
growth = groei (de)
is continuing = gaat door
at the same time = tegelijkertijd
apparently = blijkbaar
population growth = bevolkingsgroei (de)
immigration = immigratie (de)
considerably = flink
has risen = omhooggegaan
freedom = vrijheid (de)
looking for = op zoek (naar)
university = universiteit (de)
follow = volgen
love = liefde (de)
is decreasing = daalt
number = aantal (het)
immigrants = immigranten
in relation with = met betrekking tot
leave = verlaten
explanation = verklaring (de)
fortune/ luck = geluk (het)
Christian = christelijk
protestant = protestantse
limited = beperkte
rights = rechten
religion = godsdienst (de)
catholics = katholieken
Jews = joden
separated = gescheiden
equal = gelijke
strongly = sterk
divided = verdeeld
believe it or not = schrik niet
communities = gemeenschappen
next to that = daarnaast
determine/ establish = vaststellen
biggest = het grootst
islam = islam (de)
muslims = moslims
muslim women = moslima's
social/ societal = maatschappelijk