Engels : Nederlands
accept = aannemen
attack = aanslag
abstract = abstract
act = acteren / toneel spelen
actor/actress = acteur/actrice / toneelspeler/-speelster
image = afbeelding
take place = afspelen
barely = amper
artist = artiest / kunstenaar
studio = atelier
author = auteur
band = band
statue/sculpture = beeld
sculptor/sculptress = beeldhouw(st)er
make a sculpture = beeldhouwen
sculpture = beeldhouwwerk / sculptuur
achieve = behalen
designation = benaming
prosperous = bloeiend
cabaret = cabaret / kleinkunst
cabaret artist = cabaretier
cartoon = cartoon
cartoonist = cartoonist
club = club
concert hall = concertzaal
comic monologue = conference
actual = daadwerkelijk
at the time = destijds
bailiff = deurwaarder
book of poetry = dichtbundel
poet = dichter(es)
conductor = dirigent
canvas = doek
shoot and kill = doodschieten
thwart = dwarsbomen
ensemble = ensemble
exhibition = expositie / tentoonstelling
festival = festival
figurative = figuratief
shoot a movie = filmen
film director = filmregisseur
film set = filmset
photographer = fotograaf
take photos = fotograferen
gallery = galerie
based on = gebaseerd zijn op
poem = gedicht
are fed up with = genoeg hebben van iets
witness = getuige
prison = gevangenis
feared = gevreesd
intense = hevig
historian = historicus
vain = ijdel
be eligible for = in aanmerking komen voor
in the meantime = inmiddels
instrument = instrument
know your trade = je vak goed verstaan
clay = klei
merchant = koopman
choir = koor
art = kunst
art academy = kunstacademie
exhibition space = kunsthal
work of art = kunstwerk
artistic = kunstzinnig
qualify = kwalificeren
powerful = machtig
lover = minnaar
museum = museum
make music = musiceren
music centre = muziekcentrum
musician = muzikant(e)
decline = neergang
fatal = noodlottig
necessary = noodzakelijk
song = nummer / song
body of work = oeuvre
subtitles = ondertiteling
meanwhile = ondertussen
unavoidable = onvermijdelijk
in all areas = op alle vlakken
put on the map = op de kaart zetten
perform / performance = optreden
orchestra = orkest
commit = plegen
stage = podium
poetic = poëtisch
review = recensie
director = regisseur
rhythm = ritme
gossip = roddelen
recurring theme = rode draad
novel = roman
skull = schedel
painter/paintress = schilder(es)
paint = schilderen
painting = schilderij
writer = schrijver/schrijfster
feature film = speelfilm
play = spelen
secretly = stiekem
still life = stilleven
fight = strijd
scene = tafereel
setback = tegenslag
draughtsman = tekenaar
draw = tekenen
drawing = tekening
tone = toon
sad = treurig
determined = vastberaden
murder = vermoorden
prosperity = voorspoed
warning = waarschuwing
refuse = weigeren
worldwide = wereldwijd
World Press Photo = World Press Photo
revenge = wraak
singing = zang
singer = zanger/zangeres
sing = zingen