Engels : Nederlands
install = aanbrengen
be dependent on = afhankelijk zijn van
banking = bankieren
limit = beperken
consist of = bestaan uit
contain = bevatten
contribute to = bijdragen aan
moreover = bovendien
leave undeveloped = braak laten liggen
dripping tap = druppelende kraan
sustainable = duurzaam
energy efficient = energiezuinig
substantial = flink
gas = gas
façade = gevel
non-toxic = gifvrij
be in a hurry = haast hebben
impulse = impuls
inhale = inademen
institute = instelling
insulation = isolatie
greenhouse vegetables = kasgroente
cultivation of cotton = katoenteelt
nuclear power = kernenergie
quality mark = keurmerk
fertilizer = kunstmest
liveable = leefbaar
washer = leertje
lifestyle = levensstijl
deliver = leveren
LPG = lpg
air pollution = luchtvervuiling
fertilizers and toxicants = mest- en gifstoffen
environmentally conscious = milieubewust
environmentally friendly = milieuvriendelijk
barely = nauwelijks
oil = olie
bring in = opbrengen
charge = opladen
surplus = overschot
consider = overwegen
advertising pamphlets = reclamedrukwerk
make a difference = schelen
smart = slim
coal = steenkool
heat = stoken
heating costs = stookkosten
socket = stopcontact
countless = talloos
prevent = tegengaan
emission = uitstoot
responsibly managed forests = verantwoord beheerde bossen
cultivate = verbouwen
consume = verbruiken
avoid = vermijden
replace = vervangen
polluter = vervuiler
desertification = verwoestijning
load up = volladen
stock = voorraad
hydropower = waterkracht
water pipes = waterleiding
wind power = windenergie
solar power = zonne-energie
economical = zuinig