Engels : Nederlands
additional = extra
am keen to learn = wil graag leren
angle = hoek
application form = aanmeldingsformulier
apply = solliciteren
bill = rekening
blunt = bot
boil / cook = koken
to boil potatoes = aardappelen koken
brand = merk
career prospects = carrière vooruitzichten
chef = kok
cherry, cherries = kers, kersen
chop = hakken
classmates = klasgenoten
conviction = veroordeling
cooking knife = koksmes
currant bun = krentenbol
customer = gast, klant
decide = beslissen
dessert = dessert, toetje
develop = ontwikkelen
fluent = vloeiend
freezer = vriezer
fridge = koelkast
guests = gasten
hectic = druk, hectisch
in charge of = verantwoordelijk voor
knife = mes
manual = handleiding
meal = maaltijd
patience = geduld
preparatory work = voorbereidend werk
prepare = bereiden
pressure = druk
proximity = nabijheid
purchases = inkopen
raw = rauw
recipe = recept
report = doorgeven
responsible = verantwoordelijk
sausage roll = worstenbroodje
scrambled eggs = roerei
sharpen = slijpen
slippery floor = gladde vloer
steel = aanzetstaal
stock = voorraad
submit = aanklikken
supplier = leverancier
season a dish = een gerecht op smaak brengen
vacancy = vacature
vegetables = groenten