Engels : Nederlands
proprietors / owners = eigenaren
city walls = stadsmuren
historical = historisch
cathedral = kathedraal
city / town = stad
to take over = overnemen
couple = echtpaar
since then = sindsdien
to invest = investeren
double rooms / twins = tweepersoonskamers
triple rooms = driepersoonskamers
single rooms = eenpersoonskamers
daily = dagelijks
breakfast = ontbijt
basement = kelder
swimmingpool = zwembad
traditional = traditionele
accessible = toegankelijk
to admit = opnemen
business / corporate = zakelijk
children = kinderen
parents = ouders
ground stewardess = grondstewardess
diploma / certificate = diploma
college for tourisme = mtro (opleiding toerisme
and leisure management = en recreatie
main characters = belangrijkste personages
travel clerk = reisbureaumedewerker
dinner = diner
reservation = reservering
belast met / verantwoordelijk voor = in charge of
to connect / to transfer / to put through = doorverbinden
to hold the line = aan de lijn blijven
photocamera = fotocamera
memory card = geheugenkaartje
mobile phone / cellphone / handy = mobieltje
bungalow = bungalow
department = afdeling
to introduce = introduceren
ourselves = onszelf
job = baan
tourism = toerisme
leisure = recreatie
travel agency = reisbureau
to conduct = begeleiden
sights = bezienswaardigheden
inquiry desk = informatiebalie
to compile = samenstellen
laundry = wasgoed
cleaning service = schoonmaakdienst
to ensure = garant staan voor
safety = veiligheid
front office desk = receptiebalie
luggage = bagage
repairs = reparaties
electrical failures = elektrische problemen
maintenance = onderhoud
various = verschillende
company = bedrijf
island = eiland
capital = hoofdstad
great-brittain = groot-britannië
united kingdom = verenigd koninkrijk
country = land
population = inwoners