Engels : Nederlands advantage = voordeel available = beschikbaar award = prijs clear = duidelijk commonplace = gewoon education = opleiding immediately = onmiddellijk job interview = sollicitatiegesprek lag = achterblijven male chef = mannelijke chef most influential chefs = meest invloedrijke chefs newsworthy = nieuws obesity = obesitas paid maternity leave = betaald zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof particularly = vooral, met name position = functie prevalent = overheersend profane = beroemd provide = verschaffen, bieden qualifications = bevoegdheden recruit = aannemen, aantrekken require = vragen, eisen run by = geleid door rungs of the industry = lagen van de bedrijfstak similar = gelijk tier = laag traineeship = bpv, stage vanguard = voorhoede visible = zichtbaar work experience = werkervaring